Page 81 - Ervaren groepsleider
P. 81

Pagina 81



          5.2. De basisbegrippen en werkvormen

          In deze paragraaf wil ik een aantal basisbegrippen van het sociodrama bespreken.


          5.2.1. Wat is drama?
          Drama is een methode die door middel van uitbeelding van conflictsituaties een per-
          soon helpt zijn problemen te doorgronden en aan te pakken. Om dit doel te bereiken
          maken rollenspelen en sociodrama gebruik van een zogenaamde dramatische aanpak.
          Dit geldt zowel voor de gehanteerde termen, als ook voor de vorm waarin het socio-
          drama is gegoten.


          5.2.2. De personages van sociodrama
          Onder: 'De personages van rollenspelen en sociodrama', wordt de soort van karakters
          verstaan die optreden binnen een sociodrama.
          1.    De protagonist.
                De protagonist is het hoofdpersoon van een sociodrama. Het Ik. Evenals bij het
                reguliere toneel is de protagonist iemand die door invloeden van buitenaf, of van
                binnenuit, in een conflictsituatie met zichzelf en/of met een ander en/of de omge-
                ving verwikkeld is geraakt. Binnen een rollenspel of een sociodrama verbeeldt
                de protagonist een conflict- of probleemsituatie uit zijn eigen leven.
          2.    De antagonist.
                Binnen de wereld van het toneel is de antagonist 'de slechterik'. De boosdoener,
                de opposant van de protagonist. Iemand die niet het beste met de hoofdpersoon
                voor heeft. Binnen een sociodrama wordt de antagonist gevormd door de
                'tegenstander(s)', dan wel de tegenpool, van de protagonist, zoals die door de
                protagonist wordt ervaren. Vergeet niet dat het hele drama is opgebouwd rond
                de conflict- of probleemsituatie van de protagonist. In werkelijkheid hoeft de an-
                tagonist zichzelf niet bewust te zijn van diens 'slechterikrol', die hij in het leven
                van de protagonist vervult.
          3.    De auxiliary ego.
                De auxiliary ego doet in een sociodrama dienst als een katalysator tussen de
                protagonist en de antagonist. Of de auxiliary ego vormt de (in-)directe aanlei-
                ding voor de probleemsituatie tussen de protagonist en de antagonist. Of de
                auxiliary ego is de (in-)directe aanleiding dat de protagonist met zichzelf in de
                knoop komt te zitten. Of de auxiliary ego bevestigt of ontkent de protagonist in
                zijn conflictsituatie.
          4.    Director.
                De director is de regisseur van het rollenspel sociodrama. Hij is, normaal ge-
                sproken, de groepsleider die er voor zorg draagt dat een sociodrama opgevoerd
                kan worden, en die tevens de protagonist ter zijde staat met het uitwerken van
                diens problemen.
   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86