Page 83 - Beginnende groepsleider

Pagina 83

De betekenissen van de deelaspecten van het schema:

1. De vrije ruimte.
Betreft het aspect van de persoonlijkheid dat zowel aan jezelf, als aan anderen bekend is. Voor-
beeld: je kunt niet tegen een vermeend onrecht. Dit weten zowel anderen als jezelf.

2. De blinde vlek.
Betreft het aspect van de persoonlijkheid dat aan anderen bekend is. Maar waar jij je niet be-
wust van bent. Het heeft betrekking op handelswijzen; manieren van presenteren; optreden;
uiten; redeneren. Voorbeeld: als je onder grote druk komt te staan, krijg je last van oprispingen.

3. Het verborgen gebied.
Betreft het aspect van de persoonlijkheid dat aan anderen onbekend is. Echter ben jij hiervan

goed op de hoogte. Voorbeeld: je vindt het griezelig om voor een groep te moeten spreken. De
leden van groep weten dit niet.

4. Het onbekende zelf.
Betreft dat aspect van de persoonlijkheid dat zowel aan anderen, als aan jezelf onbekend is. Het
betreft hier vaak: of een ‘nieuw terrein van de persoonlijkheid’, of een ingeburgerde handels-
wijze (attitude, optreden, wijze van uiten), die niet naar haar oorsprong is terug te herleiden.
Voorbeeld: je zegt praktisch niets in groepen.

Waarom is het Johari venster, binnen dit kader, belangrijk?

✓ Omdat je door middel van feedback in staat bent om het gebied van de blinde vlek te verklei-

nen.
✓ Omdat je door middel van feedback in staat bent om het gebied van het onbekende zelf te ver-

kleinen; waardoor de vrije ruimte groter word.

✓ Om je door middel van feedback in de gelegenheid te stellen om meer facetten van het verbor-
gen gebied binnen de groep te tonen.

Oefening: Ik zie, ik denk, ik voel.
✓ Maak groepjes van drie personen.

✓ Twee van de drie personen gaan tegenover elkaar zitten. Zorg ervoor dat je de ander goed kunt

zien!
✓ De derde persoon observeert en houdt de tijd in de gaten.

✓ De twee personen die tegenover elkaar zitten, geef ik gemakshalve namen. Te weten mijnheer

Jansen en mevrouw Pietersen. Mijnheer Jansen begint met de oefening. Hij geeft een accurate
beschrijving van mevrouw Pietersen. Iedere zin dient echter te beginnen met: "Ik zie...." Deze
oefening duurt ongeveer twee minuten.